Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
What Comes From Hemp
A cute little booklet published in 1873 by a dutch author targeted just one subject… Hemp! The title for the book would be straight to the point, Wat er van hennep komt or What Comes From Hemp!
Reminiscent of the much later made German book ‘The Funny Hemp Booklet’ translated earlier in this blog, this book would be written with poems and hand drawn pictures illustrating the life of hemp.
I believe this might be the first time anyone has translated the content of this little Dutch gem, I tried to clean it up the best I could. (Have a better translation, feel free to leave it in the comments below)
Title page with illustration of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
Page 1 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
From The Hemp
1. Bird Feeder
How lovely! an herb grows out there in the field,
The leaves are branched, it is called hemp;
There the birds fluttered, and tormented loudly.
Say, did you ever know anything about that plant?
The hemp has grains! Has grains, like the sea!
So jubilant those little feathered choirs;
They pick up and pack some of the herb
And will never hear leave from the farmer.
The rascals think, what blooms and what washes,
We have no fear of being chased away here –
it’s all for us, if it fits our mouth,
And why should the hemp not be?
Original Dutch –
Van Den Hennep.
1. Vogelvoeder.
Hoe heerlijk! daar buiten in ‘t veld groeit een kruid,
Getakt zijn de blaadjes, ‘t is hennep geheeten;
Daar fladdren, daar kwelen de vogeltjes luid.
Zeg, hebt ge ooit wel iets van dat plantje geweten?
De hennep heeft korrels! heeft korrels, hoezee!
Zoo jublen die kleine gevederde koren;
Zij pikken en pakken van ‘t kruidje wat meê
En gaan om verlof bij den landman nooit hooren.
Die deugnietjes denken, wat bloeit en wat wast,
Wij hebben hier voor geen verjagen te vreezen
‘t ls alles voor ons, zoo ‘t ons bekje maar past,
En waarom zou dan ook de hennep ‘t niet wezen?
Page 2 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
2. Not Too Much
Whip, little birds! Fly up and down in your cage,
I have hemp, that will taste good;
There, your cup is full, now you do not get anymore,
Full you can make your stomach with it.
I did take care of you, but I did not care too much,
I still mix it with some carrots;
That would be fun too, fluttering and playing,
If only I brought your hemp.
Too much of the hemp makes you lazy and mute,
Your singing already sounds too faint;
I love you all so much. And do you know why?
Because I like to hear you sing.
Original Dutch –
2. Niet te veel
Wipt, vogeltjes! Vrij in uw kooitje op en neêr,
‘k Heb hennep, dat kostje zal smaken;
Daar, vol is uw bakje, nu krijgt gij niet meer,
Dik moogt ge er uw buikje mee maken.
Ik zorgde wel voor u, maar ‘k gaf niet te veel,
‘k deê ‘t nog met wat worteltjes mengen;
Dat zou ook een pret zijn, en fladdrend gespeel,
zoo ‘k enkel uw hennep kwam brengen.
Te veel van den hennep maakt lui en maakt stom,
Te flaauw klinkt uw zang reeds me in de ooren;
‘k Heb allen zoo lief toch. En weet gij waarom?
Omdat ‘k graag uw keeltjes mag hooren.
Illustration 2 from Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
Page 3 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
3. On the mill
The hemp cores are now ready,
Before the trip to the miller,
The paddle now throws, at the beating,
The water from the stream on it;
Now the hemp is pounded to mush –
So it must be so strange to you,
Just see what emerges!
It’s oil, which is of great use to us,
Letting people at night on the ledge,
A small but bright light is on.
–
3. Op den molen
De hennep korltjes zijn nu klaar,
Voor d’ afreis naar den molenaar,
Het scheprad werpt nu, bij ‘t geklop,
Het water uit den stroom er op;
Nu wordt de hennep gestampt tot brij –
Zoo moet het zijn, hoe vreemd ‘t u zij,
Zie maar eens, wat te voorschijn schiet!
‘t ls olie, die veel nut ons biedt,
Waardoor men ‘s nachts bij ‘t ledekant,
Een klein, maar helder lichtje brandt.
Page 4 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
4. The Hemp Seed
The miller should not have everything,
It was not brewed for the bird either,
We spread it over the country –
God crown ‘the work of our hand’!
Every grain becomes a plant,
It is welcome in every country,
Where it leaves leaf upon leaf,
Will have blossoms later.
To sow, it’s not playing,
Not too little, not too much,
Not too thin and not too thick,
I say It’s a masterpiece.
–
4. Het hennepzaad
De mool’uaar moet niet alles hoüen,
Voor ‘t vogeltje is ‘t ook niet gebrouwen,
Wij strooijen er van over ‘t land –
God kroon’ het werk van onze hand!
Ieder korl’tje wordt een plant,
Welkom is hij in elk land,
Waar hij blaadje op blaadje geeft,
Bloesems straks en aaren heeft.
Zaaijen, ‘t is maar geen gespeel,
Niet te weinig, niet te veel,
Niet te dun en niet te dik,
‘t Is een meesterstuk, zeg ik.
Illustration 3 from Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
Page 5 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
5. How the Hemp is Worked
Ah, hemp, how are you going to perish now,
You will not stand tall on the field for long!
One already beckons, it will soon be on a trot (a race),
The grains are denounced (taken out);
And when you are put in the water,
Then you cover with a stone.
In sunshine and bending weather,
Your stalk explodes more and more;
You rock as hard as you can,
And bend, and crush, and then knock.
What rough, hard school is that –
Now now! You will also become something!
5. Hoe de hennep bewerkt wordt
Ach, hennep, hoe zal ‘t u nu vergaan,
Niet lang zult ge op het veld meer staan!
Men wenkt reeds, ‘t gaat straks op een draf,
Men hekelt u de korrels af;
En als gij dan in ‘t water ligt,
Dan dekt men met een steen u digt.
Bij zonneschijn en buijig weer,
Verkwijnt uw steeltje telkens meer;
Men schommelt u, zoo hard men kan,
En boent, en plet, en klopt u dan.
Wat ruwe, harde school is dat –
Nu, Nu! gij wordt er dan ook wat!
Page 6 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
6. The Hemp in the Glue
What will hemp get now?
Yarn, rope and cord.
The ropewalk knows it,
He knows exactly how it belongs.
See you at the walls,
That little house,
There he weaves his wires now,
At length of the job.
He hit them around the wheel,
one now runs restlessly;
And going backwards,
He spins only rope or cord.
So the ropewalk,
It’s a wonder man,
Increasingly declining knowledge –
That everyone can not.
6. De hennep in de lijnbaan
Wat zal van hennep nu komen?
Bindgaren, touw en koord.
De lijnbaanlooper kent het,
Hij weet juist hoe ‘t behoort.
Ziet gij bij gindsche muren,
Die kleine woning staan,
Daar weeft hij nu zijn draden,
Ter lengte van de baan.
Hij heeft ze om ‘t wiel geslagen,
Een draait nu rustloos voort;
En achteruit steeds gaande;
Spint hij maar touw of koord.
Zoo wordt de lijnbaanlooper,
‘t ls wel een wonder man,
Steeds achteruitgaand’ rijker –
Dat iedereen niet kan.
7. For Spinning and Weaving.
The work starts now for the spindle,
Hemp must, like the wheel whirl,
To go through her finger now,
Until it becomes yarn.
Sometimes the hand or foot is tired too,
Hear! It’s the sound of the wheel,
Her toast: spin it, spin it,
And do not separate too soon.
Who has diligently spun, and
The most yarn has won,
Then bring it to the weaver ….
Hear! What do you say to that man;
7. Voor spinnen en weven
‘t Werk vangt voor ‘t spinstertje nu aan.
Hennep moet, als ‘t wieltje snort,
Met spoed nu door haar vinger gaan,
Tot dat het garen wordt.
Al wordt soms handje of voetje ook moê,
Hoor! ‘t is of het wielgeluid,
Haar toeblaast: spin maar, spin maar toe,
En scheidt niet te spoedig uit.
Wie vlijtig heeft gesponnen, en
Veel garen heeft gewonnen,
Breng ‘t naar den wever dan….
Hoor! wat zegt u die man:
Page 8 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
“on and off and back and forth,
That the hand hustles,
I want my bobbin(spool) to rock,
That thousands then have yarn.
Girl: weave and reel some quickly,
Please do not stand empty,
Go to the loom,
Give it off and on.
Up and down, and back and forth,
Yarn coarse or fine;
Spin the wheel but more and more,
It will soon be linen.”
Op en af en heen en weêr,
Dat de hand zich repp’,
Wil mijn spoeltje, dat ik scheer’,
Dat ‘k dan garen heb.
Meisje: weef en spoel wat gaauw.
Blijv’ niet ledig staan,
Ga ook maar aan ‘t weefgetouw,
Geef maar af en aan.
Op en af, en heen en weer,
Garen grof of fijn;
Spinstertje maar telkens meer,
‘t Zal straks linnen zijn.
Illustration 5 from Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
Page 9 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
8. On the Pale
Now the linen is on the land,
Girls make yourselves ready!
And take the watering can in the hand,
Sprinkles the pale, it’s hot!
Like hail, yes, like snow so white,
Will it shine in the green?
All this, if you are not empty,
Will the sun do.
What is it like on a summer day,
The swift fading of it,
If the linen can be so beautiful,
Then, lustfully, to the sense.
And what’s on a bleaching,
The dear youth has much fun,
She sings, she frets, she runs free,
By neither boss nor servant.
8. Op de bleek
Nu ligt het linnen op het land,
Maakt, meisjes! u gereed!
En neemt den gieter in de hand,
Besproeit de bleek, ‘t is heet!
Als hagel, ja, als sneeuw zoo wit,
Zal ‘t glinstren straks op ‘t groen;
Al ‘t andre, als gij niet ledig zit,
Zal ‘t zonnetje wel doen.
Wat gaat het op een zomerdag,
De vlugge bleekerin,
Als ‘t linnen zoo mooi bleeken mag,
Dan, lustig, naar den zin.
En wat heeft op een bleekerij,
De lieve jeugd veel pret,
Zij zingt, zij stoeit, zij loopt er vrij,
Door baas noch knecht belet.
Page 10 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
9. The History of a Hemp – linen clothes
The hemp yarn arrived at the linen,
A seamstress was sitting there, she had a needle in her hand,
The yarn flew around; they are clever in many matters
Began to make a boy’s clothes of the linen race.
If the linen was made of flax, it would be finer, but
It’s for a rough boy; it does not suit him a little bit.
It is linen just for him, as the creature must,
It is strong, and the other is too good and fine for him.
Come on, boy! Soon here! I’ll adjust the cloths.
Well, boy! It can be around your body, I think it is not better;
Beware! Promise me, do not bemoan him! Know this,
That I do not have any other cloths, at the moment.
9. De geschiedenis van een hennep-linnen kiel
Het hennepgaren kwam bij ‘t linnen aangeland,
Een naaistertje zat daar, een naald had ze in de hand,
Het garen vloog er om; zij knap in vele zaken
Begon van ‘t linnen ras een jongens kiel te maken.
Als ‘t linnen was uit vlas, ‘t zou fijner wezen, maar
‘t Is voor een ruwen knaap; hem past geen beetre waar.
‘t Is linnen juist voor hem, zoo als het wezen moet,
‘t Is sterk, en ‘t andre is voor hem te fijn, te goed.
Kom, jongen! Spoedig hier! ‘k pas dan u ‘t kieltje aan.
Wel, knaap! ‘t kan u om ‘t lijf, mij dunkt, niet beter staan;
Pas op! beloof het mij, bemors hem niet! weet dit,
Dat ik geen andren kiel, op ‘t oofenblik, bezit.
Illustration 6 from Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
Page 11 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
The boy, who liked himself so well,
Walks and tumbles on the floor;
And the cloths, soon pure and clean,
Is now full of dirt and grease.
Well! Now you have been eating nicely!
Well, badly, what do you see!
Do you want everyone who meets you?
On the street to call you “filthy”? My good!
De jongen, die zoo mooi zich vond,
Loopt heen en tuimelt op den grond;
En ‘t kieltje, straks nog rein en net,
Zit nu vol vuiligheid en vet.
Wel zoo! nu hebt gij ‘t mooi verbruid!
Wel, deugniet, wat ziet ge er uit!
Wilt gij, dat elk, die u ontmoet,
Op straat u, “vuilik” noemt? mij goed! –
Page 12 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
Now, do not shout! I still know what to do.
It’s good, letting the linen wash late,
And that, whatever the hemp still has,
He gives green soap before washing.
Was it you, little one! Do my way,
And soap in the cloths;
And then put it in the other pile,
That you, as it should be, still have to wash.
Nu, schrei maar niet! ik weet nog raad.
‘t Is goed, Zich ‘t linnen wasschen laat,
En dat, wat ook de hennep nog heeft,
Hij groene zeep, voor ‘t wasschen geeft.
Wasch gij ‘t maar, BETJE! doe mijn zin,
En zeep maar flink het kieltje in;
En leg het dan bij ‘t andre goed,
Dat gij, zoo ‘k meen, nog wasschen moet.
Illustration 7 from Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
Page 13 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873Go out there! Ready is the wash!
There hang the ropes of hemp and flax;
The wind blows lightly, and it’s cool, and dry,
And the sun shines us, warming, in the eye;
And the cloths that I tied to the ropes yonder,
That sways and that swells, already drying, in the round.
Nothing dries so well anyway and nothing dries so quickly,
Then what is dried by the sun and the wind,
Soon we will go back to the city cheerfully,
But first, ‘little one'(?) smooths the cloths again.
Beware now! Be sensible! And now do not think:
The cloths will be clean again, no matter how black he see’s.
Naar buiten er mede! gereed is de wasch!
Daar hangen de touwen van hennep en van vlas;
Het windje waait luchtig, en koel is ‘t, en droog,
En ‘t zonnetje straalt ons, verwarmend, in ‘t oog;
En ‘t kieltje dat ik aan de touwen ginds bond,
Dat zwiert en dat zwarrelt, reeds droogend, in ‘t rond.
Niets droogt toch zoo goed en niets droogt zoo gezwind,
Dan wat wordt gedroogd door de zon en den wind,
Straks gaan wij weêr vrolijk terug naar de stad,
Maar eerst nog strijkt BETJE het kieltje weêr glad.
Pas op nu! wees ziudlijk! en denk nu maar niet:
De kiel wordt weêr schoon toch, hoe zwart hij ook ziet.
Page 14 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
10. The Army Camp
Yarn stockings are summery,
With a linen skirt,
The soldier in expedition much worthy,
Because he feels cool and free.
Boots, shoes that do not clamp,
Should he have on the foot;
The pitcher wire from the boot maker
Makes them watertight and good.
In the summer, in the camp,
He’s in a hemp tent,
Where he, whether wet or heat,
‘Scarce people'(little did he) know about the inconvenience.
10. Het legerkamp
Garen kousen zijn des zomers,
Met een linnen rok er bij,
Den soldaat op marsch veel waardig,
Want hij voelt zich koel en vrij.
Laarzen, schoenen, die niet klemmen,
Moet hij hebben aan den voet;
‘t Pekdraad van den laarzenmaker
Maakt ze waterdigt en goed.
‘s Zomers, in het kamp gelegen,
Huist hij in een linnen tent,
Waar hij, ‘t zij van nat of hitte,
Schaars den overlast dan kent.
Illustration 8 from Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
Page 15 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
There is numerous army in the camp,
It looks like a white city,
Where each one on drum roll,
Hastily is on the path.
But what can lure me the most,
Marketer! Are you;
Officers, wandering in front of your tent,
Waving at you to rest me.
Pour in, drink with me!
Lift the glass, bring it to me.
We drink on the soldiers’ life ….
Hemp and linen he hears!
Ligt in ‘t kamp een talrijk leger,
‘t Lijkt dan wel een witte stad,
Waar elk een op tromgeroffel,
Ijlings zich begeeft op ‘t pad.
Maar wat mij er ‘t meest kan lokken,
Marketentstertje! zijt gij;
‘t Kransje, zwierend voor uw tentje,
Wenkt bij u tot rusten mij.
Schenk eens in, drink met mij mede!
Hef den roemer, breng hem mij.
Drinken we op ‘t soldaten-leven….
Hennep en linnen hoort er bij!
Page 16 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
11. At Sea
The ship flies the waves by rapid,
As soon as the sail blows, the wind blows –
The linen sail of hemp.
But is it going to be stormy, rough and heavy,
Then pick up the sail, for the danger of the ship,
Get it on hemp ropes!
And then the storm sound will remain silent,
Then cast out the fishing nets –
Hemp knitted nets!
Fame, if you lie on stream, then the hemp:
The anchor is still hanging on the hemp rope,
That gets the ship inside.
11. Op zee
‘t Schip vliegt de golven door gezwind,
Zoodra in ‘t zeil maar blaast de wind –
Het linnen-zeil van hennep.
Maar gaat het stormen, ruw en zwaar,
Haal ‘t zeil dan in, voor ‘t scheepsgevaar,
Haal ‘t in aan hennep-touwen!
En zwijgt dan straks het stormgeluid,
Werp dan de visschersnetten uit –
Van hennep gebreide netten!
Roem, ligt ge op stroom, den hennep dan toch:
Aan ‘t hennep-touw hangt ‘t anker nog,
Dat haalt het schip naar binnen.
Illustration 9 from Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
Page 17 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
12. The Energy-Saving Lamp
A man calls the city daily:
Whoever has to buy *lorren, come!
From hemp, from linen, coarse and fine,
Buy belt for it, buy ribbon or twine.
Lorren! Lorren! Lorren!
Has the linen done once,
It will then soon catch a new life;
The miller makes paper from it,
He who has bores, he then brings them.
Lorren! Lorren! Lorren!
*Lorren was the name of the rags used for wicks in the oil lamps
12. De spaarlamp
Een man roept door de stad daags om;
Wie lorren heeft ik koop ze, kom!
Van hennep, van linnen, grof en fijn,
Koop band er voor, koop lint of twijn.
Lorren! Lorren! Lorren!
Heeft eens het linnen dienst gedaan,
‘t Vangt dan straks een nieuw leven aan;
De mool’naar maakt papier er van,
Wie lorren heeft, hij breng ze dan.
Lorren! Lorren! Lorren!
Page 18 of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
13. The Picture Book
See, what many of the verses here,
Some nice prints on the paper!
Everything that is made from the hemp,
Is told to us in this booklet.
At first the little bird brings us to him,
Then he was beaten to oil,
Then he was twisted, knitted,
That’s when he prepared the weaving
And now hemp is being processed, ready,
Our tableware, and bed and garment;
It catches fish, it travels to the earth’s end,
As a sail, as a rope, as an army tent;
And now: this booklet teaches briefly,
Everything that is made from hemp.
13. Het prentenboek
Zie eens, wat tal van versjes hier,
Wat mooije prenten op ‘t papier!
Al wat men van den hennep bereidt,
Wordt in dit boekje ons gezeid.
‘t Eerst bragt het vogeltje ons hem aan,
Toen liet men hem tot olie slaan,
Toen heeft men hem getwijnd, gebreid,
Toen heeft hem ‘t weefgestoelt’ bereid,
En nu geeft hennep bewerkt, gereed,
Ons tafelgoed, en bed en kleed;
‘t Vangt vischjes, ‘t reist tot ‘s aardrijks end,
Als zeil, als touw, als lefertent;
En nu: dit boekje leert in ‘t kort,
Al wat van hennep vervaardigd wordt.
Illustration 10 from Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
Back cover of Wat er van hennep komt by J. Vlieger (from Amsterdam) in 1873
I had fun reading this article. The booklet and it’s content is so cute. Thank you for sharing this .
Took some time to translate but well worth the effort. A couple more hemp books for kids are coming up soon, Thanks for reading!